Beste vrienden!

 

Europa is in vergelijking met andere culturen en in vergelijking met haar eigen geschiedenis een zeer ‚menselijk’ continent. En het christendom heeft hiertoe veel bijgedragen! Europa was en is door de beleefde waarden van het evangelie een ‘zuurdesem van beschaving’ in de hele wereld.

 

Kan Europa zuurdesem blijven, als vandaag de grondvesten van deze menselijkheid aangevallen worden? Wanneer universele en absolute waarden in vraag gesteld worden; wanneer de waardigheid van de mens niet als onaantastbaar beschouwd wordt; wanneer het afwegen van bepaalde goederen het enige beslissende criterium wordt… Welke menselijkheid zou Europa dan doorgeven, op welke menselijkheid zou het trots kunnen zijn?

 

Josef Ratzinger, paus Benedictus XVI, verklaart in de volgende Europabrief precies wat de ‚ziel’ en identiteit van Europa zijn en wat hen bedreigt. Daarbij laat hij het echter niet: vol hoop beschrijft hij hoe wij christenen met de hulp van God een ‘nieuw Europa’ kunnen bouwen.

 

Deze tekst moet men langzaam lezen. We hebben geprobeerd het wat te structureren.

 

Voor een door christelijke waarden gedragen Europa!

 

Uw Europa voor Christus – Team

 

PS: Vergeet het dagelijkse Onze Vader voor een christelijk Europa niet.

 

 

 

- * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * - * -

 

 

Europa’s christelijke waarden: zuurdesem van de samenleving

 

 

Toespraak van Benedictus XVI voor de deelnemers van een congres van de Commissie van Bisschopconferenties in de Europese Gemeenschap (COMECE). Zaterdag 24 maart 2007.

 

(…) Daarom is het duidelijk dat het ondenkbaar is dat wij een authentiek ‘eensgezind huis Europa’ kunnen bouwen door de identiteit van de volken van dit continent te negeren. Het is een historische, culturele en morele identiteit die zelfs voorafgaat aan de geografische, economische en politieke realiteit. Het is een identiteit die gebaseerd is op een stelsel van universele waarden waarin het christendom, bij de totstandkoming, een rol heeft gespeeld.

 

Dat geeft het een rol die niet alleen historisch is maar ook fundamenteel vis-à-vis Europa. Zulke waarden, die de ziel van het continent vormen, moeten in het Europa van het derde millennium overeind blijven als ‘vonk’ van beschaving. Als dat faalt, hoe kan dan het ‘oude’ continent zuurdeeg voor de hele wereld zijn? Als op de vijftigste verjaardag van het Verdrag van Rome de regeringen van de Unie ‘dichterbij’ hun burgers willen staan, hoe kunnen zij dan een essentieel element zoals het christendom, waarin een grote meerderheid zich blijft herkennen, uitsluiten van de Europese identiteit? Is het dan verrassend dat ondanks de aspiraties een waardegemeenschap te zijn, het moderne Europa universele en absolute waarden in twijfel lijkt te trekken?

 

Nog ervan afgezien dat het tegen God is: leidt deze eenzijdige vorm van ‘zelfverloochening’ er niet toe dat het continent aan zijn eigen identiteit twijfelt? Het leidt er uiteindelijk toe dat wij de visie verspreiden dat het ‘op waarde beoordelen’ de enige manier van moreel oordelen is en dat een gemeenschappelijk goed synoniem is aan compromis. In werkelijk geldt dat als het bereiken van compromissen een legitieme daad is om verschillende belangen te verenigen, het een gemeenschappelijk kwaad wordt telkens wanneer het overeenkomsten betreft die schadelijk zijn voor de menselijke natuur.

 

Een gemeenschap die wordt gebouwd zonder respect voor de authentieke waardigheid van de mens, die vergeet dat iedere mens naar Gods beeld is geschapen, leidt uiteindelijk voor niemand tot iets goeds. Daarom lijkt het meer dan noodzakelijk dat Europa zich bewust wordt van die wijdverspreide houding die systematisch het sluiten van compromissen over essentiële menselijke waarden rechtvaardigt alsof het onvermijdelijk is een verondersteld minder kwaad te aanvaarden.

 

Uiteindelijk is zulk pragmatisme niet zo evenwichtig en realistsich als sommigen zouden willen omdat het de menselijke natuur zijn inherente waardegeoriënteerde en idealistische dimensies ontzegt. Wanneer op dergelijk pragmatisme seculiere en relativistische tendensen en waarden worden geënt, zien wij uiteindelijk dat christenen het recht wordt ontzegd zich in het publieke debat te mengen of dat hun bijdrage minstens wordt afgedaan als een poging ongerechtvaardigde privileges te beschermen. Als de Europese Unie de wet wil handhaven en effectief de universele waarden wil bevorderen, dan moeten wij, op dit huidige historische moment met zijn vele uitdagingen, duidelijk erkennen dat de menselijke natuur iets van blijvende aard heeft en dat dit de bron is van de grondrechten van alle individuen, zelfs van degenen die deze ontkennen. In deze context moet het recht op gewetensbezwaren gegarandeerd zijn telkens wanneer fundamentele mensenrechten worden geschonden.

 

Goede vrienden, ik weet hoe moeilijk het is voor christenen om onvermoeibaar de waarheid van de mens te verdedigen. Wees nooit uitgeblust of ontmoedigd! Jullie weten dat jullie met Gods hulp zullen bijdragen aan een nieuw Europa, een Europa dat realistisch is zonder cynisme, rijk aan idealen, geïnspireerd door de blijvende en heldere waarheid van het Evangelie. Daarom: schuw de Europese publieke debatten niet en wees je ervan bewust dat Europa reeds deel uitmaakt van wat op nationaal niveau gebeurt. Neem daarnaast effectieve maatregelen in de culturele sfeer. Geef niet toe aan de logica van de macht omwille van de macht! Laat Christus’ waarschuwing een constante stimulans en steun zijn: Maar als het zout zijn kracht verliest (…) deugt het nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. (Mt. 5, 13)

 

Moge de Heer al jullie inspanningen vrucht laten dragen en jullie helpen de waarde te herkennen van wat goed is in de huidige beschaving: mag het moed geven alles dat indruist tegen de menselijke waardigheid af te wijzen.